Het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop zorgen ervoor dat de verzorgende (alleenstaande) ouder inkomensondersteuning geniet om in de behoefte van zijn kind of kinderen te voorzien.
Kindgebonden budget
Het kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor je kinderen. Je hebt mogelijk recht op het kindgebonden budget als je één of meer kinderen hebt die jonger zijn dan 18 jaar en als je recht hebt op kinderbijslag. Wanneer je kind 16 of 17 jaar is en je géén kinderbijslag ontvangt, kun je echter alsnog recht hebben op kindgebonden budget wanneer je je kind ‘in belangrijke mate onderhoudt’. Hiermee wordt bedoeld dat je minimaal 422 euro per kwartaal bijdraagt in de kosten van levensonderhoud van je kind. Wanneer je kind jonger is dan 18 jaar en recht heeft op studiefinanciering, dan heb je voor dit kind geen recht op kindgebonden budget.
Het kindgebonden budget hoef je meestal niet zelf aan te vragen. Wanneer je volgens de Belastingdienst recht hebt op kindgebonden budget, zal je hier bericht van krijgen. Wanneer je echter van mening bent dat je recht hebt op kindgebonden budget, maar je dit niet ontvangt, dan kun je dit zelf aanvragen.
Voor het recht op kindgebonden budget, moeten jij en je eventuele toeslagpartner aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Je hebt één of meer kinderen die jonger zijn dan 18 jaar.
• Je ontvangt kinderbijslag.
• Je (gezamenlijke) inkomen is niet te hoog. Deze inkomensgrens is afhankelijk van het aantal kinderen. Bij een totaal verzamelinkomen van 20.451 euro per jaar heb je recht op het maximale bedrag aan kindgebonden budget. Wanneer je inkomen lager is dan dit bedrag, zal je een lager bedrag of geen kindgebonden budget ontvangen.
• Je hebt de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning.
Alleenstaande ouderkop
Alleenstaande ouders die kindgebonden budget ontvangen, hebben sinds 1 januari 2015 recht op een verhoging. Dit is de alleenstaande ouderkop. De alleenstaande ouderkop bedraagt maximaal 3.050 euro per jaar.
Toeslagpartners
Wanneer je je afvraagt of je recht hebt op kindgebonden budget dan wel de alleenstaande ouderkop, is het belangrijk om eerst vast te stellen of je een toeslagpartner hebt. Dit kan immers van invloed zijn op het al dan niet ontvangen van kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop. Het inkomen van je toeslagpartner telt namelijk mee bij de berekening van de toeslag.
Je hebt een toeslagpartner wanneer je aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
• Je hebt een samenlevingscontract afgesloten bij de notaris.
• Je hebt samen een kind en bent op hetzelfde adres ingeschreven.
• Jij hebt of je partner heeft een kind van de ander erkend.
• Je bent partner voor een pensioenregeling.
• Je hebt samen een koopwoning.
• Jij of één van je medebewoners heeft een inwonend kind jonger dan 18 jaar.
• Je bent elkaars fiscale partner voor de inkomstenbelasting.
• Je was in 2017 elkaars toeslagpartner.
Geen toeslagpartner meer
In sommige situaties worden jullie niet langer aangemerkt als toeslagpartner. Dit is het geval wanneer jij of je toeslagpartner verhuist en jullie de verhuizing hebben doorgegeven aan de gemeente. Jullie zijn dan geen toeslagpartners meer vanaf de 1e van de maand na de verhuizing.
Daarnaast worden jullie niet meer als toeslagpartners aangemerkt wanneer je een echtscheiding aanvraagt, je gaat scheiden van tafel en bed of een geregistreerd partnerschap beëindigt, en jij of je toeslagpartner verhuist. Hiervoor moet de verhuizing aan de gemeente worden doorgegeven en moet aan de Belastingdienst worden doorgegeven dat jullie uit elkaar gaan.
Iemand anders als toeslagpartner
Wanneer je niet getrouwd bent en geen geregistreerd partnerschap hebt, dan kan iemand anders die op je adres staat ingeschreven, je toeslagpartner zijn. Hiervoor moet van één van onderstaande situaties sprake zijn:
• Je hebt een samenlevingscontract afgesloten bij de notaris.
• Jullie hebben samen een kind.
• Jij of je partner heeft een kind van de ander erkend.
• Je bent partner voor een pensioenregeling.
• Jullie hebben samen een koopwoning.
• Jij of een van je medebewoners heeft een inwonend kind jonger dan 18 jaar. Dit geldt niet wanneer je medebewoner een onderhuurder is.
• Jullie zijn elkaars fiscale partner voor de inkomstenbelasting.
• Jullie waren vorig jaar al elkaars toeslagpartner.
Wat moet ik doen bij een scheiding?
Wanneer de scheiding is aangevraagd bij de rechtbank, kun je aan de Belastingdienst aangeven dat je gaat scheiden. Dit kun je doen op de website van de Belastingdienst. Wanneer jij of je ex verhuist, dien je de adreswijziging door te geven aan de gemeente. Pas wanneer jij of je ex zich bij de gemeente op een ander adres heeft ingeschreven, worden jullie niet meer aangemerkt als toeslagpartners.
Wanneer de scheiding nog niet officieel geregeld is maar jullie wel apart wonen, kunnen jullie nog niet aan de Belastingdienst doorgeven dat jullie uit elkaar gaan. De scheiding moet daarvoor eerst bij de rechtbank zijn aangevraagd. Tot die tijd worden jullie dus nog aangemerkt als toeslagpartners. Het inkomen van je ex blijft dan meetellen bij het berekenen van de toeslag.
Het recht op de alleenstaande ouderkop hangt dus af van een aantal factoren. Je moet worden aangemerkt als alleenstaande ouder. Dit houdt in dat je geen toeslagpartner hebt. Het inkomen van een toeslagpartner telt namelijk mee bij de berekening van je toeslagen. Om niet meer te worden aangemerkt als toeslagpartner, moet de scheiding zijn aangevraagd bij de rechtbank en moet jij of je ex zijn ingeschreven op een ander adres. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, worden jullie niet langer aangemerkt als toeslagpartner en heb je mogelijk recht op de alleenstaande ouderkop.
Voor het bepalen van de hoogte van het eventueel te ontvangen kindgebonden budget of de alleenstaande ouderkop, kun je een proefberekening maken op de website van de Belastingdienst.
Wil je meer weten? Stuur een email met je vraag naar: info@advocatenpraktijkdenhollander.nl.
Deze blog is een coproductie van mr. Petra den Hollander en Iris Adamidis.